Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen spande Jozef zijn wagen aan, en toog op, zijn vader Israel tegemoet naar Gosen; en [40]als hij zich aan hem vertoonde, [41]zo viel hij hem aan zijn hals, en weende [42]lang aan zijn hals. 40. Het schijnt dat Jozef, nabij zijn vader gekomen zijnde, zich met alle vriendelijkheid aan hem vertoond heeft, om van hem gekend te mogen worden. 41. Zie boven, hfdst.33 vs.4, en hfdst.45 vs.14; Luk.15:20; Hand.20:37. 42. Anders, een tijdlang. Hebr. nog.